-
1 zich verlustigen in
djòdjò, gosaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zich verlustigen in
-
2 gloat
-
3 weiden
weidenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 радоваться
vgener. zich verkneukelen, zich verlustigen, blij zijn, jolen, juichen, pret hebben over (iets) (чему-л.), schik hebben, zich verblijden (over- ÷åìó-ô.), zich verheugen -
5 feast
n. feestelijke maaltijd; feest; festijn--------v. uit eten gaan; feestenfeast1[ fie:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:→ enough enough/————————feast22 zich te goed doen ⇒ smullen, er goed van eten♦voorbeelden:2 feast on/upon • genieten van, zich te goed doen aanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:feast one's friends (on) • zijn vrienden trakteren (op) -
6 sport
n. sport; grap; spot; fidele vent; fidele meid; ; spel; vermaak; sportief iemand--------v. sporten, zich ontspannen, zich verlustigen, spelensport1[ spo:t]1 sportieve meid/kerel2 〈 informeel〉meid/kerel ⇒ vriend(in), kameraad♦voorbeelden:2 hello, old sport • zo, beste kerel!1 sport2 jacht♦voorbeelden:1 pret ⇒ spel, plezier2 speelbal ⇒ slachtoffer, mikpunt♦voorbeelden:make sport of • voor de mal houdenIV 〈 meervoud〉1 sportdag ⇒ sportevenement/manifestatie2 atletiek3 sport————————sport2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 pronken met ⇒ vertonen, te koop lopen met♦voorbeelden: -
7 repaître
repaître (se) [rəpetr]〈 werkwoord〉 -
8 djòdjò
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
9 gosa
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
10 djòdjò
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
11 gosa
genieten, genieten van [v], zich verheugen in [v], zich verlustigen in [v] -
12 находить удовольствие
vgener. zich verlustigen (in-â)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > находить удовольствие
-
13 feast one's eyes (on)
-
14 délecter
délecter (se) (de) [deelektee]〈 werkwoord〉1 genieten (van) ⇒ vreugde beleven (aan), zich verlustigen (in)♦voorbeelden: -
15 gefallen
gefallenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben; met 3e naamval〉2 plezier hebben (in), genoegen scheppen (in)♦voorbeelden:1 das lasse ich mir nicht gefallen! • dat laat ik mij niet welgevallen!〈 informeel〉 das lasse ich mir gefallen! • dat mag ik wel!wie gefalle ich dir? • hoe vind je me?1 plezier hebben, zich verlustigen ⇒ genoegen scheppen -
16 sich an einer Sache weiden
sich an einer Sache weidenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich an einer Sache weiden
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский